Verdeelde meningen over Drechtstedelijk Klant Contact Centrum
SLIEDRECHT - Wethouder Theo den Braanker was dinsdagavond met stomheid geslagen toen hij aan het begin van de besluitvormende raadsvergadering werd verrast met een Koninklijke Onderscheiding. Nadat burgemeester Bram van Hemmen lovende woorden had gesproken, gaf hij aan dat hij nog met zijn gedachten bij het Drechtstedelijk Klant Contact Centrum (DKCC) zat waarover hij met behulp van een ambtenaar en de manager van KCC Dordrecht uitleg had gegeven aan de gemeenteraad. Aanvankelijk was het helemaal niet zo’n fijne avond voor Den Braanker. Verschillende fracties bestookten hem tijdens de beeldvormende bijeenkomst met lastige vragen en stekelige opmerkingen.
,,U draait om de hete brij heen”, zei Anton van Rees (PvdA) enigszins geïrriteerd. ,,Waarom moet iets dat goed functioneert overhoop worden gehaald?” Hij doelde op het burgerloket, dat, zoals ook voor de andere gemeenten in de Drechtsteden geldt, onder regie van Dordrecht komt. ,,We kijken niet naar nu, maar naar de toekomstbestendigheid van de organisatie”, antwoordde Den Braanker. ,,Omdat er ingewikkelde aanvragen op ons pad komen zal er geïnvesteerd moeten worden in geavanceerde ICT.” ,,Er is meerdere keren gekeken naar vormen van samenwerking”, vertelde Elo de Mul van het klantconctactcentrum in Dordrecht. ,,Hosting vanuit een centrumgemeente is naar voren gekomen als de beste constructie. Dat wil niet zeggen dat Dordrecht het overneemt, maar de krachten worden gebundeld. Alle zes gemeenten staan voor hetzelfde vraagstuk.”
Afname klantcontacten
Dat vraagstuk is hoe gemeenten omgaan met de veranderende dienstverlening. Digitaal zakendoen met de gemeente zal de boventoon voeren en een aantal gemeentelijke taken dat aan het loket wordt uitgeoefend, zoals het verstrekken van uittreksels, verdwijnt, of komt op een veel lager pitje te staan. Een paspoort bijvoorbeeld hoeft pas na tien jaar te worden verlengd. De Mul hield de fracties voor dat de klantcontacten aan de balie naar verwachting met 65 tot 70 procent zullen afnemen. ,,De balie is nu nog het primaire kanaal, maar dat verandert snel”, daarbij een vergelijking makend met banken.
‘Vertrouwde gezicht’
,Hoe staat het personeel erin?”, wilde Van Rees van de wethouder weten. ,,Vrij kritisch”, antwoordde Den Braanker in alle eerlijkheid. ,,Ze vormen het vertrouwde gezicht en dat willen ze graag zo houden.” De Mul haakte daarop in door aan te geven dat deze ontwikkeling een bepaalde spanning met zich meebrengt, maar ook kansen en ontwikkelingsperspectieven biedt. ,,Bovendien vangen we op deze manier de krimp in de dienstverlening op zonder gedwongen ontslagen. De vraag is of dat per individuele gemeente ook mogelijk is.”
Uitvoeringsovereenkomst
Joop de Vries (CDA) vindt dat door deze ontwikkeling de Sliedrechtse afdeling Burgerzaken voor de toekomst een brevet van onvermogen krijgt opgespeld. Den Braanker zei dit een vervelende opmerking te vinden. ,,U focust zich erg op de interne organisatie. Als raadslid zou u zich daarvan moeten distantiëren.” Eerder had de wethouder al gezegd het prima te vinden dat de gemeenteraad over zijn schouders meekijkt, maar dat het een verantwoordelijkheid is van het college. ,,Als de dienstverlening onder de maat is, ben ik daarop aanspreekbaar.” ,,Het is goed dat we hier over praten, maar u gaat er niet over”, vatte Gerrit Venis, die de bijeenkomst voorzitte, samen. Van Rees kon zich daar niet in vinden. ,,Het is een onderwerp dat leeft en waar zeker het laatste woord nog niet over is gezegd.” Timo Pauw gaf aan dat PRO Sliedrecht de gemeentelijke zorgen deelt over de toekomstige dienstverlening, maar dat zij er niet in gelooft dat deze vanuit Dordrecht bedachte businesscase de oplossing is. Hij vroeg de wethouder of het mogelijk is eruit te stappen. ,,Er is al veel tijd en energie in gestoken”, antwoordde Den Braanker. ,,Als een gemeente niet meedoet, ontstaat een nieuwe, vervelende situatie.” Voorts legde hij uit dat aan de totstandkoming van een Drechtstedelijk Klant Contact Centrum een uitvoeringsovereenkomst ten grondslag zal liggen waarin de rechten en plichten van elke gemeente minutieus worden geregeld.
‘Gepasseerd station’
De SGP-ChristenUnie en de VVD hebben er vrede mee. ,,Het college heeft de bevoegdheid om dit te organiseren. Ik zie geen beren of spoken op de weg om hier een punt van te maken”, was aan het eind het nuchtere commentaar van Jan Visser van eerstgenoemde partij. VVD-raadslid Roelant Bijderwieden sloot zich daarbij aan. In zijn ogen heeft het gemeentebestuur krachtig gehandeld en is het een gepasseerd station. ,,De wethouder geeft aan dat hij politiek verantwoordelijk is. Laten we hem daaraan houden.” Bij de begrotingsbehandeling in november vindt een eventuele vervolgdiscussie plaats.
