Gemeentebestuur stelt duurzaamheidsplannen vast

SLIEDRECHT – ‘De gemeente Sliedrecht zet de komende jaren verder in op duurzaamheid in het dorp en geeft daarin het voorbeeld door gebouwen, openbare verlichting, wagenpark en andere materialen te verduurzamen.’ Dat is te lezen in het persbericht dat vanmorgen is gemaild. ,,Verder ligt de rol van de gemeente vooral in het stimuleren, faciliteren en ondersteunen van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties.” De duurzaamheidsplannen staan in de duurzaamheidsagenda tot 2018 die het gemeentebestuur afgelopen week heeft vastgesteld en die als ingekomen stuk op de agenda staat van de oordeelsvormende gemeenteraadsvergadering op dinsdagavond 28 april.

Later dit jaar wordt onderzocht of naast bijvoorbeeld het gemeentekantoor en de kinderboerderij nog meer gemeentelijke gebouwen kunnen worden voorzien van zonnepanelen. Ook wordt het wagenpark van de gemeente de komende jaren vervangen voor wagens die op groen gas of elektriciteit rijden. De openbare verlichting wordt energiezuiniger en duurzamer gemaakt en langs doorgaande wegen zal de verlichting in de nachtelijke uren worden gedimd.

Communicatie

De komende jaren wordt, zo is verder te lezen, extra ingezet op communicatie met inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. ,,Om zo het belang van een duurzamer Sliedrecht beter voor het voetlicht te brengen. Zo is onlangs de campagne rond de duurzaamheidslening van start gegaan om inwoners te wijzen op de mogelijkheden om tegen gunstig rentetarief geld te lenen bij de gemeente voor bijvoorbeeld zonnepanelen, dubbel glas of spouwmuurisolatie.”

 ‘Hier en nu mee beginnen’

Tot slot staat in het persbericht vermeld dat milieu en duurzaamheid belangrijke thema’s zijn in het uitvoeringsprogramma 2014-2018. Wethouder Theo den Braanker zegt hierover dat hij het belangrijk vindt dat de gemeente milieuproblemen niet voor zich uitschuift of afschuift op anderen. ,,We moeten daar hier en nu mee beginnen. Als gemeente geven we het goede voorbeeld. We hopen dat iedereen mee wil doen.”

Tekst: Erik de Bruin