'Alles moest weer gaan zoals we gewend waren, maar ik was nog lang niet de oude'

28 juli 2015
'Alles moest weer gaan zoals we gewend waren, maar ik was nog lang niet de oude'
SLIEDRECHT – Angelique Klop stapte twee jaar geleden in het huwelijksbootje met René. Voor de bruiloft had ze last van een verstopte speekselklier. Omdat ze niet met een bolle wang wilde trouwen, liet ze de verstopping weghalen in het ziekenhuis. De ingreep slaagde. Echter, op de halsecho was nog iets anders te zien, namelijk: een knobbel op de schildklier. ,,Om de feeststemming niet te verstoren hebben mijn man en ik daar in eerste instantie tegen niemand iets over gezegd. De artsen konden ook nog niet zeggen of het goed- of kwaadaardig was.” Ook de internist tastte aanvankelijk in het duister. ,,De echo-uitslag voor de zomer was niet goed, niet slecht.” In het najaar wist Angelique, die in Sliedrecht woont, wel waar ze aan toe was. ,,De knobbel was, zo bleek tijdens de eerste operatie, 0,1 centimeter te groot. Met als gevolg dat ik weer onder het mes moest en de schildklier helemaal moest worden verwijderd. Daar was ik op dat moment niet blij mee, maar achteraf gezien wel omdat je anders in onzekerheid blijft zitten.”
Van de arts die haar het slechte nieuws vertelde, kreeg ze te horen dat schildklierkanker de best te behandelen kankersoort is. ,,Het kwam op mij over als: als je dan toch kanker hebt dan maar schildklierkanker. Onbewust is dat tussen de oren gaan zitten. Ik wilde na die twee operaties (er waren geen uitzaaiingen, red.) heel snel mijn gewone dagelijkse leventje weer oppakken: gaan werken en voor de kinderen zorgen, maar dat kon helemaal niet. Daar was ik geestelijk nog helemaal niet aan toe. Later ben ik daar pas achtergekomen.”
Door Erik de Bruin
Bovenstaande is een korte samenvatting van haar boek, getiteld: Dagboek van een kankerpatïent. Een dagboek dat ze pas later heeft geschreven. Op advies van de psychologe die haar behandelde nadat de duizeligheid die ze al regelmatig voelde, maar die ze min of meer negeerde zo heftig werd dat ze op haar werk instortte. ,,Ik ben haar eeuwig dankbaar. Door de behandeling ben ik gaan inzien dat ik te hard van stapel ben gelopen. Ik heb kanker gehad en moet mijn hele leven medicijnen slikken, maar dat realiseerde ik me niet. Alles moest weer gaan zoals we gewend waren, maar ik was nog lang niet de oude. Zonder schildklier raak je sneller vermoeid, daar moet je rekening mee houden. Bovendien kampte ik met stemmingswisselingen en was ik vaak duizelig. Een tijdje durfde ik niet meer naar de supermarkt en autorijden doe ik nog steeds niet. Bang om flauw te vallen of een black out te krijgen. Ik zag voortdurend het beeld voor me dat ik in een ambulance werd gelegd. Gelukkig is dat nooit gebeurd, maar het spookte wel door m’n hoofd.”
‘Niet geloven’
Angelique sprak hierover met haar psycholoog, die haar aanmoedigde haar herinneringen aan deze zware periode aan het papier toe te vertrouwen. ,,Misschien komt er wel een boek uit, zei ze. Daar moest ik wel een beetje om lachen. ‘Ik, een boek? Vergeet het maar, dat geduld heb ik niet’.” Ze had het mis. ,,Ik ging ‘s avonds op bed zitten en binnen een paar uur had ik al ik weet niet hoeveel kladblaadjes volgeschreven. Als ik nu door het boek blader en de bijna honderd bladzijdes bekijk, kan ik nog steeds niet geloven dat dit mijn verhaal is. Toch is het zo. Ik kon ongelooflijk ver teruggaan in mijn geheugen. Tot in de details wist ik alles nog feilloos voor de geest te halen.”
‘Best confronterend’
Het bleek een uitstekende remedie. ,,Wat ik onbewust nog niet had verwerkt, schreef ik van me af.” Ondertussen werd het bestand (ze had haar notitieblok verruild voor de computer) steeds groter en kreeg het idee van een boek meer en meer vorm. Wat eruit is gerold (te koop op www.boekscout.nl) omschrijft ze als een technisch verhaal inclusief gevoelens. Gevoelens die ze grotendeels verborgen hield voor de buitenwereld. ,,Voor familie en vrienden – mensen die dicht om ons gezin heen staan – is het boek best confronterend. Ze zullen misschien het gevoel hebben dat ze hadden moeten helpen. Dat hebben ze ook gedaan. Ik heb het zelf klein gehouden. Niemand valt iets kwalijk te nemen.”
‘Voor de kinderen’
Een andere reden om het schrijfproces voort te zetten was het feit dat ze andere mensen met deze ziekte wil informeren. ,,Ik kon weinig over schildklierkanker vinden. Het mag dan de best te behandelen kankersoort zijn, het is wel kanker. Als je dat woord hoort, gaan bij iedereen de alarmbellen af.” De voornaamste motivatie was haar kinderen. ,,Die nu nog heel jong zijn en er niets van begrijpen, maar als ze zestien zijn pakken ze het boek uit de kast en weten ze hoe ik deze periode heb ervaren. Ik heb het in eerste instantie voor die twee kleintjes geschreven.”
Tekst: Erik de Bruin
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.