Recidivist ontkent auto-inbraken te hebben gepleegd in Papendrecht en Sliedrecht
SLIEDRECHT / DORDRECHT - Een 25-jarige man uit Dordrecht die voortdurend met Justitie is aanraking komt vanwege diefstallen met braak, moest dinsdagmiddag voorkomen. Hij wordt ervan verdacht in de vroege ochtend van donderdag 15 mei drie auto-inbraken te hebben gepleegd waarvan twee in Sliedrecht en één in Papendrecht. Hoewel de man ontkende en vertelde dat hij de fietstas met daarin de gestolen spullen had gekregen van een vriend (waarvan hij de naam niet noemde), zei de officier van Justitie het niet aannemelijk te vinden dat hij zich niet weer op het verkeerde pad heeft begeven. Omdat de delicten zijn gepleegd in meerdere proeftijden eiste hij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht weken.
Door Erik de Bruin
,,Een onvoorwaardelijke celstraf is de enige juiste reactie”, sprak de officier. Zonder het gebruikelijke reclasseringscontact als de man weer vrij is. Hij zei daar weinig fiducie in te hebben. De reclassering zelf heeft daar ook geen vertrouwen in. De rechter las de verdachte uit het reclasseringsrapport voor dat hij tekort schiet in sociale vaardigheden. ,,U werkt niet mee waardoor geen passende hulp kan worden geboden.”
Signalement
De rechter, die over twee weken uitspraak doet, vroeg de man of het niet een beetje gek is dat zijn vriend hem een fiets leende met daarop een fietstas waar spullen in zaten die net waren gestolen. ,,We hadden een jointje gerookt en wilden allebei snel naar huis. Hij heeft er waarschijnlijk niet aan gedacht. Ik noem zijn naam niet omdat ik hem niet in de problemen wil brengen.” De Dordtenaar, die op dat moment in Papendrecht was en later richting de Dordtse brug fietste, zadelde zichzelf met een groot probleem op. De laatste auto-inbraak in de wijk Oostpolder was opgemerkt door een getuige, die de politie belde. De getuige gaf een signalement door. Op basis daarvan werd de man staande gehouden door een onopvallend dienstvoertuig waar politieagenten in zaten. Toen zij in de fietstas keken en daar een TomTom, een usb-stick, een paspoort én witte handschoenen met glassplinters in zagen liggen, werd hij meegenomen naar het politiebureau.
‘Ommissies’
,,De politie acteert meteen op een melding. Het is niet aannemelijk dat iemand anders deze diefstallen heeft gepleegd en vervolgens nog tijd heeft gehad om met verdachte te spreken en hem zijn fiets en fietstas uit te lenen. ” De advocate bracht in haar pleidooi naar voren dat de bewijsmiddelen de verklaring van de verdachte niet uitsluiten. ,,Er zitten ommissies in het onderzoek. Het signalement klopt niet. Hij droeg geen donkere jas, maar een grijze jas en hij had geen rasta-kapsel, maar korte vlechtjes.” Ook gaf ze aan dat hij geen groentje is: ,,Gezien zijn strafblad weet mijn cliënt wel een beetje hoe het werkt. Hij weet dat de politie niet zomaar in je tas mag kijken en hij is niet bang om Nee te zeggen. Dat hij daar toestemming voor gaf maakt het aannemelijk dat zijn verklaring klopt en dat hij niet wist dat er gestolen spullen in zaten.”
Sliedrecht
Gestolen van bewoners van Papendrecht en Sliedrecht. In laatstgenoemde plaats begonnen de diefstallen. Om precies te zijn in Baanhoek-West en Baanhoek. Eén keer met braak en één keer zonder. Bij een bestelwagen hoefde geen ruitje ingeslagen te worden omdat het voertuig niet op slot zat. Op de bijrijdersstoel lag een paspoort. Er kwam bij de politie nog een derde aangifte uit Sliedrecht binnen waarvan het volgens de officier aannemelijk is dat die ook in het rijtje hoort. ,,Uit de auto werd een sporttas gestolen die is gevonden in een parkje in Papendrecht. Langs de fietsroute van de verdachte. We kunnen dit echter niet bewijzen.” Bij de staandehouding van de man zag de politie een life hammer naast hem in het gras liggen. Zowel politie als justitie gaan ervan uit dat daarmee de autoruiten zijn ingeslagen.
De raadsvrouw zei tot slot dat het niet verstandig zou zijn wanneer het reclasseringscontact wordt beëindigd. ,,Mijn cliënt, die geen huisvesting heeft, wordt dan opgegeten door de maatschappij. Ik denk niet dat hij het in z’n eentje redt.”
Bron: Erik de Bruin.
