'Zij leren van ons en wij leren van hen'
SLIEDRECHT - Het Orthodox Pasen is het belangrijkste religieuze feest in Roemenië. De Sliedrechtse delegatie die van dinsdag 7 tot en met zaterdag 11 april de Roemeense zusterstad Orăştie bezoekt, maakt van dichtbij de aanloop naar de Paasviering mee. Aan deze viering is het versieren van eieren gekoppeld, een traditie die bijna duizend jaar geleden is ontstaan. Twee folkloristische kunstenaressen uit Bucovina, een streek in het noordoosten van Roemenië, zijn tien dagen in Nederland om in verschillende plaatsen, zoals Arnhem, Den Haag, Putten en Rotterdam, dit eeuwenoude ambacht te demonstreren. Vanwege de vriendschapsband die Sliedrecht onderhoudt met Orăştie lieten zij gisteren ook de hele dag hun kunsten zien op basisschool De Wilgen.
Door Erik de Bruin
Het aanbrengen van de decoraties is, om met de woorden van schooldirecteur Joost Verhoef te spreken, een ingewikkeld procedé. De ontwerpen worden gemaakt met een speciale pen waarbij met gesmolten was lijnen worden getekend. Het ei wordt vervolgens in een verfbad gedompeld waarna het model laag voor laag, kleur voor kleur wordt aangebracht, beginnend met de minst felle kleuren en eindigend met de uiteindelijke bovenlaag. In de laatste fase wordt de was verwijderd zodat de kleuren die door de was waren beschermd plotseling zichtbaar worden. ,,Toveren noemen ze dat. De symbolische motieven en de rijke kleurcombinaties betoveren door hun originaliteit en virtuositeit.” De kunstenaressen, die traditioneel waren gekleed, konden maar een klein deel van de complexe techniek demonstreren tijdens de workshops die ze gaven aan leerlingen van de bovenbouw. ,,Ze hebben een indruk gekregen en ook ervaren hoe je, heel precies en voorzichtig, lijnen tekent”, vertelt Tiny Holleman – de Weerdt, die de kinderen een handje hielp en al net zo onder de indruk was. Over twee weken hoopt ze hetzelfde effect te bereiken als ze meereist naar Orăştie.
‘Kennis uitwisselen’
Ze tovert een egeltje tevoorschijn. ,,Dat heb ik gemaakt van een fietsband. Leuk hè!” ,,Tiny doet mee aan een Paasactiviteit op één van de basisscholen in Orăştie”, vertelt Verhoef. ,,Zij laten wat aan ons zien en wij aan hen. Zodoende leer je van elkaar. Dat is het fundament geworden van de stedenband. Er vindt uitwisseling plaats op basis van gelijkwaardigheid.” ,,Uitwisseling van kennis”, haakt burgemeester Bram van Hemmen in. ,,De gemeenteraad heeft vorig jaar gesteld dat de stedenband gebaseerd moet zijn op het verduurzamen van kennis. Van twee kanten. Dat dit nu al zichtbaar is, is een compliment aan de stichting en aan de mensen in Orăştie, waar het kwartje is gevallen. De wederkerigheid is veel concreter geworden.”
‘Veel progressie’
De burgemeester bezocht De Wilgen om samen met Ireny Comaroschi, de Roemeense ambassadrice, het startsein te geven voor de workshops. Vervolgens schoven ze aan in de directiekamer om met bestuursleden van de stichting Stedenband Sliedrecht-Orăştie vooruit te blikken op het aanstaande bezoek. Verhoef, één van de bestuursleden, legde uit wat er op het programma staat in de tweede week van april. ,,We gaan onder meer het ziekenhuis en een verzorgingshuis bezoeken en de burgemeester van Orăştie laat ons de plaatselijke zuiveringsinstallatie zien. Dat laatste is opmerkelijk want die installatie functioneerde niet zo best. Na de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie hebben ze daar verschillende boetes voor gehad. Klaarblijkelijk heeft er een verbetering plaatsgevonden waarbij ze misschien wel hebben geleerd van het bezoek dat ze hier aan HVC, de afvalcentrale aan de overkant van de rivier, hebben gebracht.” ,,We gaan het met veel belangstelling bekijken”, vult Adriaan Pot aan. ,,Feit is in elk geval – dat hebben we met eigen ogen gezien – dat veel progressie is geboekt op tal van terreinen. Ze willen graag leren. Neem KNOTS, een succesvolle zomeractiviteit voor de jeugd waar niet alleen honderden kinderen aan meedoen, maar ook tientallen vrijwilligers. In Roemenië is vrijwilligerswerk een onbekend fenomeen. Ze verwachten dat de gemeente het intiatief neemt of dat er een tegenprestatie aan is verbonden. Toch zijn ze geïnspireerd geraakt door de presentatie die het jongerenwerk een jaar geleden hield. Jeroen Loeve reist weer mee om te kijken hoe een Roemeense variant van KNOTS vorm kan krijgen.”
‘Back to basic’
,,Andersom gaan we ook kijken hoe zij dingen doen”, vervolgt Pot. ,,Twee teammanagers van Rivas Zorggroep en de directeur van Hof van Sliedrecht gaan bijvoorbeeld mee om te zien hoe de ouderenzorg is geregeld. Hoe sterk de familieband daar een rol speelt.” ,,Wij dragen zorg voor onze ouders als ze ouder worden, maar vaak is het andersom. Tot hoge leeftijd doen ze nog heel veel voor hun kinderen en kleinkinderen”, aldus de ambassadrice, die haar eigen moeder als voorbeeld noemt. ,,Familie is heel belangrijk. Je ouders gaan alleen naar een verzorgingshuis als professionele zorgverlening vereist is, wat vaak te maken heeft met de geestestoestand.” ,,In Orăştie is maar één groot verzorgingshuis”, laat Alex Visser weten. ,,Die is gebouwd toen veel inwoners voor bepaalde tijd naar Spanje verhuisden omdat ze daar geld konden verdienen. Omdat ze hun ouders niet onverzorgd wilden achterlaten, droegen ze financieel bij aan de bouw van een verzorgingshuis, die wordt bestuurd door ambtenaren.” Pot: ,,De gemeente steekt in op de zelfredzaamheid van oudere mensen en biedt hen voorzieningen zodat ze actief blijven. Het ‘back to basic-principe’ – terug naar vroeger toen familie voor elkaar zorgde – is gezien de ontwikkeling hier van een participatiesamenleving interessant om te ervaren.”
Studiebezoeken
Onderwijsman Verhoef brengt nog naar voren dat de directrice van het Griendencollege en een economielerares van Roemeense komaf meegaan om de contacten die er in het verleden waren nieuw leven in te blazen. Dit zou als resultaat kunnen hebben dat er weer scholieren een studiebezoek aan Orăştie brengen en andersom. De ambassadrice hoort met tevredenheid aan dat samenwerkingsverbanden worden gesmeed, hersteld of verstevigd. Als ze van het gezelschap het laatste woord krijgt, wijst ze op de 135 jaar diplomatieke betrekkingen tussen beide landen en het feit dat Nederland de grootste investeerder is in Roemenië met jaarlijks acht miljard euro. ,,Geen ontwikkelingshulp, maar economische investeringen. Er zijn 4600 Nederlandse bedrijven in Roemenië gevestigd.”
